De groote meesteren

Vakvereniging van de heilige Gertrudis

Sedert het midden van de 16de eeuw waren de pottenbakkers van Raeren verenigd in een gilde. De aartshertogen Albert van Oostenrijk en Isabella van Spanje waren stadhouders van de Nederlanden van 1598 tot 1621 en vaardigden op 17 juni 1619 de eerste statuten uit. In een decreet bevestigden zij de 13 punten en artikels die al meer dan 50 jaar bij de vakvereniging golden. Dit decreet werd op 9 januari 1760 door keizerin Maria Teresia bevestigd. Zij keurde een nieuw decreet goed dat 48 punten omvatte. Het was een gesloten gilde die geen buitenstaanders opnam. De gilde was geleid door 7 gildemeesters die om de 2 jaren op 17 maart verkozen werden. 17 maart is het naamfeest van de H. Gertrudis, patroonheilige van de Raerense pottenbakkers.

Familiebedrijven

In Raeren waren tal van grote pottenbakkersfamilies die eeuwenlang hun beroep trouw bleven en de ontwikkeling ervan mede bepaalden. Hun namen treft men nu nog vaak in Raeren aan. In de vijftiende eeuw verwezen de namen van de vroegst gekende pottenbakkers nog naar hun beroep, zoals bijvoorbeeld Peter Kruichenbecker de jonge (1461). '

Later ontstonden dan de familienamen, die meestal afgeleid werden van voornamen, plaatsnamen of eigenschappen.De belangrijkste twee families zijn de Emens en Emonts, die rond de burcht werkten, en de Mennicken die vooral in Neudorf woonden. Andere belangrijke families waren Kalf, Kannebecker, Baldem en Bager evenals Pesch, Pitz of Peitz.Deze namen vindt men niet alleen in oude oorkonden terug, maar ook als inscripties op het Raerense aardewerk.

De grote meesters

De 16de eeuw was de grote bloeiperiode voor de pottenbakkerskunst van Raeren. Enkele getalenteerde meesters pottenbakkers waren baanbrekers
inzake vormenrijkdom en stilistische ontwikkeling. De bekendste is Ian Emens Mennicken, wiens pronkkruiken in alle belangrijke musea te vinden zijn. Zijn concurrent en tijdgenoot was Emont Emonts op den Born, wiens grafkruis tegenover het museum staat.

Andere bekende namen uit deze periode zijn Wilm Kalf, Winand Emonts, Merten Mennicken,Everhart Kalf en Engel Kran, die vooral kruiken met afbeeldingen van de kuise maagd Susanna maakte.Tegen het einde van de 16de eeuw gaven Jan Baldems en Baldem Mennicken nieuwe impulsen aan de Raerense pottenbakkerij en brachten deze van de renaissance naar de barok toe.