Archeologische ontwikkelingen

Met hak en schop

Eind 19de eeuw werden in Raeren de eerste „archeologische“ opgravingen gedaan. Steengoed uit de Renaissance was in die tijd een zeer gegeerd object voor verzamelaars. Kapelaan J. Schmitz uit Raeren organiseerde samen met de industrieel en kunstverzamelaar Laurenz Adalbert Hetjens uit Aken de eerste opgravingen. Zij vonden o.a. de werkplaats van Ian Emens Mennicken in de wijk „Pfau“.De meeste pronkstukken die toen gevonden werden, kwamen in handen van verzamelaars en kan men in de grote musea voor ambachtelijke kunst bezichtigen.

Dr. O.E. Mayer bei einer Grabung in den 50er Jahren

Één van de eerste auteurs die over het Raerense steengoed geschreven heeft, de Engelsman M.L. Solon, toont in zijn werk “The ancient art stonware of the low countries and Germany”, Vol. I, London 1892 – de keramiek met hak en schop. Hij was aanwezig bij de eerste opgravingen.

Met emmer en kruiwagen

In de naoorlogse jaren vond men bij graafwerken i.v.m. bouwwerkzaamheden
steeds meer schervenkuilen en resten van pottenbakkersovens. Dr. M. Kohnemann en Dr. O.E. Mayer verwerkten deze omvangrijke vondsten en legden daarmee de basis van het bestand van het museum.

Meterdicke Scherbenpakete kennzeichnen die Raerener Grabungen

De schervenlagen waren soms verschillende meters dik. In deze tijd werd vooral het dagelijks gebruiksgoed onderzocht, dat tot dan toe tamelijk onbekend was. De meeste verzamelingen in de musea beschikken immersalleen over rijk versierde keramiek uit de Renaissance.

Met penseel en troffel

Nog altijd zijn er in Raeren zogenaamde roofopgravingen. Deze stiekeme delvers ontvreemden niet alleen het cultuurhistorische eigendom van de bevolking. Zij verbreken ook de samenhang of het verband tussen de verschillende vondsten waaruit archeologen waardevolle conclusies of nieuwe inzichten zouden kunnen afleiden.Vandaag werken archeologen met penselen en troffels en maken zij gebruik van de allernieuwste wetenschappelijke onderzoekmethodes.

Vondsten van een roofopgraving in 1999 Archeologen gaan voorzichtig te werk en gebruiken wetenschappelijke methodes, zodat er geen belangrijke feiten verloren gaan